De gewestelijke stedenbouwkundige verordening is een vertaling van het decreet integraal waterbeleid in toepasbare wetgeving. Ze legt in detail uit welke bouwwerken onder deze wetgeving valt en welke voorzorgsmaatregelen er moeten genomen worden. Deze verordening zorgt ervoor dat iedereen die bijkomende verharding creëert de nodige maatregelen treft om de impact om het watersysteem te milderen/voorkomen.
De verordening is gebaseerd op het principe van de lader van Lansink. De beste manier om het overtollige regenwater te behandelen is hergebruik. Daarom is, in de meeste gevallen, het plaatsen van een hemelwaterput dan ook verplicht. Hierbij dient een systeem te zijn voorzien voor hergebruik. Het is niet alleen beter voor het milieu, het is ook zeker interessant uit economische motieven. Het is een investering die zich gemiddeld op 4 jaar terugverdient. Verder moet het overtollige water (tijdens hevige regenbuien) gebufferd worden, in de eerste plaats door infiltratie, zo niet door vertraagde afvoer.
Zowel een eengezinswoning als een groot bedrijventerrein draagt zo bij aan de oplossing van de overstromingsproblematiek.
Ook al zijn er geen problemen gekend in jouw regio, ze zorgt voor een duurzame visie over langere termijn. Zeker bij de toenemende grillen van het klimaat is het niet onverstandig de nodige veiligheid in te bouwen.
Voor architecten of bouwontwikkelaars is er een handige aanstiplijst gemaakt om jouw bouwproject door deze wetgeving te loodsen. Op het einde ontdek je welke buffering je moet voorzien en de dimensionering ervan.